ECLI:NL:RBOBR:2019:1667
Betreft | Omgevingsvergunning Dakar Pre-proloog |
---|---|
Datum uitspraak | 20-03-2019 |
Rechtsprekende instantie | Rechtbank |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | motorcross, kruimelgevallen, Valkenswaard, Eurocircuit, kruimellijst, race- en testbanen, autorallycircuit |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer SHE 19/333 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
Bij een m.e.r.-beoordelingsplichtig project kan de zogenaamde kruimelgevallenprocedure voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan niet worden toegepast.
Een kruimelgevallenprocedure voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan kan niet toegepast worden om het bestaande strijdige planologisch gebruik te legaliseren en aan een m.e.r.-beoordeling te onttrekken.
Casus
De Dakar Pre-proloog vindt al meer dan 10 jaar plaats op het Eurocircuit in Valkenswaard. Op 10 oktober 2018 hebben burgemeester en wethouders (hierna: verweerder) een omgevingsvergunning verleend voor het houden van de jaarlijkse Dakar Pre-proloog voor één dag. Hiertegen wordt beroep ingesteld. Eisers stellen onder meer dat verweerder niet bevoegd was een tijdelijke omgevingsvergunning te verlenen met toepassing van de kruimellijst (in dit geval “onderdeel 11” op grond van artikel 4, elfde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). De redenen hiervoor zijn volgens eisers dat het evenement al te lang achter elkaar plaatsvindt, het om een permanente wijziging van het circuit gaat en bovendien sprake is van een wijziging of uitbreiding van een permanente racebaan in de zin van categorie D.43 van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage. Op basis van artikel 5, zesde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is verweerder daarom niet bevoegd om de kruimellijst van het Besluit omgevingsrecht toe te passen.
Overwegingen van de bestuursrechter
De rechtbank verwijst voor het antwoord op de vraag of onderdeel 11 van de kruimellijst (tijdelijke omgevingsvergunning voor tien jaar) kan worden toegepast in verband met artikel 5, zesde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht toegepast naar rechtspraak van de Afdeling. Dit betreft de uitspraken van de Afdeling van 16 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2212) en 27 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3566). Uit deze uitspraken volgt dat de termijn van tien jaar aanvangt bij de eerste verlening van een tijdelijke vergunning voor het gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan. Dat de Dakar Pre-proloog al een aantal jaar wordt gehouden, wil niet zeggen dat de termijn van tien jaar al is ingegaan. Verder constateert de rechtbank dat artikel 5, zesde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht per 1 november 2014 is opgenomen om te voorkomen dat activiteiten die m.e.r.-plichtig of -beoordelingsplichtig zijn, met een reguliere procedure kunnen worden vergund (zie de toelichting in Stb. 2014, 333). In categorie D.43 wordt als milieueffectbeoordelingsplichtige activiteit aangewezen de aanleg, wijziging of uitbreiding van permanente race- en testbanen voor gemotoriseerde voertuigen. De Dakar Pre-proloog zal gebruik maken van de circuits zoals ze er al jaren liggen. Feitelijk verandert er niets en is er dus geen feitelijke wijziging van een racecircuit. Het motorcrossterrein ligt deels op gronden binnen de bestemming “Voorlopige zandwinning/vuilstort/definitief bos” en is in strijd met het geldende bestemmingsplan. Het circuit valt ook niet onder het overgangsrecht. Als gevolg van het bestreden besluit wordt gedurende één dag het strijdige planologische gebruik van deze gronden planologisch toegelaten. De rechtbank kijkt voor de vraag of artikel 5, zesde lid, van bijlage van het Bor van toepassing is alleen naar deze planologische wijziging en dus niet naar de feitelijke situatie. Het artikel voorziet volgens de rechtbank namelijk niet in legalisatie van feitelijk illegaal gebruik zonder milieueffectbeoordeling. De rechtbank overweegt dat het in dit geval gaat om een tijdelijke wijziging van een permanent circuit. Uit D.43 kan niet worden afgeleid dat het moet gaan om permanente wijzingen van de permanente racebaan. Anders zou artikel 5, zesde lid, van bijlage II van het Bor aan waarde inboeten. Het is juist de bedoeling van dit artikel om de bevoegdheid ingevolge artikel 4, elfde lid, van bijlage II van het Bor te beperken. Hierbij komt dat het niet verweerders bedoeling is dat de circuits, voor zover deze er feitelijk liggen in strijd met het bestemmingsplan, na iedere Dakar Pre-proloog in de oorspronkelijke planologisch toegelaten staat worden gebracht. Verweerder heeft hierover in het bestreden besluit niets bepaald. Tot slot valt het op dat voor het bestemmingsplan dat onder meer beoogt (ogenschijnlijk) dezelfde Dakar Pre-proloog positief te bestemmen maar verder de circuits, zoals ze feitelijk liggen, positief wil bestemmen, toch een milieueffectrapportage wordt gemaakt. Al met al oordeelt de rechtbank dat verweerder niet bevoegd was om een vergunning met toepassing van onderdeel 11 van de kruimellijst te verlenen.
Uitspraak
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de omgevingsvergunning.