ECLI:EU:C:2004:528

Spoorlijn Valencia-Tarragona

Jurisprudentie details

Datum uitspraak

16 september 2004

Rechtsprekende instantie

Europese Hof van Justitie

Soort procedure

Gerecht van eerste aanleg

Trefwoorden

Salamitactiek, Spoorwegen

ECLI-nummer

ECLI:EU:C:2004:528

Conclusies voor de mer-praktijk

  • De Europese m.e.r.-Richtlijn moet breed geïnterpreteerd worden. Zo moet onder de aanleg van spoorlijnen voor spoorverkeer over lange afstand ook de verdubbeling van een spoor en slechts een deel van het spoor (een baanvak) verstaan worden.
  • Kijk uit met het opknippen van projecten (“salamitactiek”)

Casus

In deze zaak tussen de Europese Commissie en Spanje gaat het om het al dan niet m.e.r.-plichtig zijn van een deel van een aan te leggen spoorweg, oftewel een baanvak. Het totale project is een spoorlijn van Valencia naar Tarragona, ook wel ‘Mediterranean corridor’ genoemd. Onderdeel hiervan is een spoorlijn tussen Las Palmas en Oropesa van 13,2 km, waarvan 7,64 km een nieuwe route is. Art. 4, lid 1 juncto bijlage I, punt 7 van Richtlijn 85/337/EG (verder: Richtlijn) bepaalt dat de aanleg van spoorlijnen voor spoorverkeer over lange afstand m.e.r.-plichtig is.

Spanje is van mening dat de aanleg van het baanvak niet m.e.r.-plichtig is. Allereerst omdat het voornamelijk gaat om een spoor dat verdubbeld wordt waardoor er niet meer milieueffecten optreden dan nu het geval is. Ten tweede omdat de Richtlijn gaat over lange afstandspoorlijnen en niet over baanvakken van slechts 13,2 km.

Het Hof is het niet eens met de argumenten en oordeelt dat Spanje ten onrechte geen m.e.r. heeft doorlopen. De Richtlijn moet breed geïnterpreteerd worden. Onder ‘de aanleg van een spoorlijn’ wordt dus ook de verdubbeling van deze lijn verstaan. Daarnaast kan de verdubbeling wel degelijk significante milieueffecten hebben, waardoor het in strijd is met het doel van de Richtlijn om voor zo’n project geen m.e.r. te doorlopen. Dat het slechts gaat om een deel van het traject doet niet ter zake. Door het toepassen van deze zogeheten ‘salamitactiek’ zou anders geen enkel spoor meer m.e.r.-plichtig zijn.