OPMERkelijk
nieuwsbrief nr 3 1 juli 2009

Nieuws van de Commissie voor de m.e.r.

Wet modernisering m.e.r. aangenomen door Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft op 3 juni jl. het wetsvoorstel modernisering m.e.r. aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. De behandeling in de Eerste Kamer vindt naar verwachting na het zomerreces plaats. De bespreking in de Tweede Kamer heeft onder andere geleid tot de volgende punten:

  • de participatieplicht met verantwoording achteraf vervalt. In plaats daarvan moet een initiatiefnemer in de voorfase zienswijzen inwinnen. Dit geldt bij plan- m.e.r. en bij besluit-m.e.r. voor complexe projecten en projecten waarvoor een passende beoordeling gemaakt moet worden;
  • de minister gaat na hoe meer stroomlijning tussen m.e.r. en passende beoordeling mogelijk is, vooral bij de besluit-mer procedure;
  • de minster heeft toegezegd dat er bij AMvB geregeld wordt dat de plan-m.e.r.-plicht niet geldt voor plannen die betrekking hebben op kleine wijzigingen, of voor plannen die een klein gebied beslaan.
Verslag Tweede Kamer

terug naar het begin

MER’en Offshore windparken

Onlangs uitgebrachte MER’en leveren informatie voor besluitvorming over vergunningverlening voor Offshore windparken. Acht initiatiefnemers willen zeventien parken bouwen voor de Nederlandse kust met een totaalvermogen van ruim 4.000 MW. De milieueffectrapportages (MER’ren) voor deze windparken bieden diepgaande en waardevolle informatie over milieu en natuur.

Uit de MER’en blijkt onder andere dat heien bij de bouw zeer veel onderwatergeluid veroorzaakt en dat de effecten hiervan op onderwaterleven, zoals zeehonden en bruinvissen, onzeker zijn. De Commissie adviseert daarom eerst één seizoen te heien, de effecten nauwkeurig te monitoren en zo nodig maatregelen te nemen. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat moet binnenkort besluiten over vergunningen voor 17 offshore windparken. Zie het persbericht. Zie daarnaast de lijst Uitgebrachte adviezen.

terug naar het begin

Eindevaluatie Kraaijenbergse plassen

Op vrijdag 26 juni j.l. presenteerden de provincie Noord-Brabant, in samenwerking met de gemeente Cuijk en de firma Smals Bouwgrondstoffen de eindevaluatie van de m.e.r. voor de Kraaijenbergse Plassen. Na veertig jaar nadert het einde van deze zandwinning in de gemeente Cuijk. Basis voor de eindevaluatie (en vier tussentijdse evaluaties) zijn de MER’en uit 1989 en 1993. Enkele conclusies uit de evaluatie: grondwaterdaling bleef uit, de waterkwaliteit is goed, mede dank zij tussentijdse maatregelen om instroom van voedselrijk water te voorkomen, en de natuurwaarden zijn gevarieerder en rijker dan in de MER’en voorspeld.

Lees meer in de samenvatting van de Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen. >lees meer

terug naar het begin

Externe audit Commissie m.e.r.

In opdracht van de Commissie vroeg het bureau NovioConsult dit voorjaar aan bevoegde instanties, initiatiefnemers, m.e.r.-adviesbureaus en insprekers om hun mening te geven over de kwaliteit van de advisering en de invulling van de kennisfunctie door de Commissie. Respondenten zijn overwegend positief over de advisering door de Commissie m.e.r. De bekendheid van de Commissie m.e.r. als kennisplatform en -instituut blijkt voor verbetering vatbaar. Een aanzienlijke groep respondenten blijkt niet bekend met deze kennisfunctie van de Commissie. Novioconsult formuleerde over de advisering en de kennisfunctie een aantal aanbevelingen in haar advies... >lees meer

terug naar het begin

Jurisprudentie: Aandachtspunten m.e.r.-plicht: Let op samenhang en voorzienbaarheid

Eind mei heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over het bestemmingsplan “TU-Noord (De noordelijke Wippolder)” te Delft. Hieruit blijkt weer dat bij het bepalen of er sprake is van een m.e.r.-(beoordelings)plicht altijd gekeken moet worden of het plan of project samenhang vertoont met andere plannen of projecten die voorzienbaar zijn. De gemeente Delft had in dit geval alleen maar gekeken naar het aantal woningen dat mogelijk gemaakt werd met het plandeel ‘Gele Scheikunde’. Dit terwijl het bestemmingsplan nog meer plandelen bevatte die woningbouw mogelijk konden maken.

Bovendien waren er andere woningbouwontwikkelingen gepland nabij het plangebied. Zowel de ontwikkeling in het plangebied als die daarbuiten hadden meegenomen moeten worden bij de vraag of er sprake was van een m.e.r.-(beoordelings)plicht voor het bestemmingsplan “TU-Noord”. Verder blijkt uit de uitspraak dat studenteneenheden in principe als volwaardige woningen meegerekend moeten worden bij het bepalen of de drempelwaarde voor de m.e.r.-plicht wordt overschreden. De gemeente had beargumenteerd dat deze slechts voor de helft meegerekend hoefden te worden, omdat studenteneenheden minder milieubelasting opleveren. Uitgebreidere samenvatting en de uitspraak.

terug naar het begin

Plan-m.e.r. bij structuurvisies

Er is sinds begin 2005 al uitgebreid ervaring met plan-m.e.r. opgedaan. In sommige gevallen verloopt alles soepel, in andere gevallen is het nog een zoektocht. Want de ene plan-m.e.r. is de andere niet. Ook voor de m.e.r. bij Structuurvisies nieuwe stijl - Structuurvisies die alle overheden (rijk, provincies en gemeenten) vanaf 1 juli 2008 moeten opstellen voor hun grondgebied - kan de focus van het milieueffectrapport verschillen: wat zijn zinvolle alternatieven, hoe integraal is de effectbeschrijving? Dat hangt onder meer af van de complexiteit van het gebied en de ambitie van het bevoegde gezag.

De Commissie probeert met het bevoegde gezag tot een goed en efficiënt m.e.r.-proces te komen dat bruikbare input levert voor de besluitvorming. Zij doet dat via gesprekken over de aanpak en “Adviezen over reikwijdte en detailniveau”. De eerste praktijkvoorbeelden en tips komen geleidelijk binnen. Met de ervaringen over wat goed werkt en wat niet, zal dit nieuwe m.e.r.-veld verder uitkristalliseren. In het najaar zal de Commissie voor haar deskundigen een discussiedag over dit onderwerp organiseren. Het verslag komt op de website.

terug naar het begin

afmelden:

stuur mij deze nieuwsbrief niet meer

Commissie voor de milieueffectrapportage | postbus 2345 | 3500 GH Utrecht
t 030 - 234 76 66 | e info@eia.nl | w www.commissiemer.nl