1893. Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente

Gebiedsontwikkeling van de voormalig militaire luchthaven Twente, met als doel een economisch sterker en duurzamer Twente.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
12-03-2007 Datum kennisgeving
12-03-2007 Ter inzage legging van de informatie
24-05-2007 Advies uitgebracht
Advies over reikwijdte en detailniveau
Tussentijdse toetsing van het planMER
03-06-2008 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
05-06-2008 Kennisgeving MER
05-06-2008 Ter inzage legging MER
12-09-2008 Toetsingsadvies uitgebracht
Tussentijds toetsingsadvies
Toetsing van het planMER en de aanvullende informatie
30-06-2009 Kennisgeving MER
30-06-2009 Ter inzage legging MER
03-07-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
28-10-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Reikwijdte en detailniveau
De Commissie heeft in de richtlijnenfase geadviseerd:

  • Het besluitvormingsproces in kaart te brengen;
  • De probleemanalyse en projectdoelstelling te verbreden met economische ontwikkeling en gebiedsontwikkeling en daarbij een alternatief zonder burgerluchtvaart  als één van de mogelijke oplossingen uit te werken;
  • Werk alternatieven uit op 2 niveaus:
    • niveau 1, een plan-MER, met globale strategische uitwerking van alle alternatieven;
    • niveau 2, een besluit-MER, een nadere uitwerking van de geselecteerde haalbare alternatieven op een groter detailniveau;
  • Werk als strategische alternatieven op niveau 1 uit:
    • een doorstart van de burgerluchtvaart;
    • een herontwikkeling zonder luchtvaart;
  • Werk de gebiedsontwikkelingsactiviteiten verder uit op niveau 2.

Tussentijdse toetsing
De Commissie heeft  de eerste fase van het plan-MER getoetst en het oordeel van de Commissie is:

  • Het hoofdrapport ‘Een vliegwiel voor Twente’ en de bijlagen brengen het speelveld goed in kaart en maken op een heldere wijze de verschillende modellen en ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied inzichtelijk.
  • Deze documenten bevatten voldoende informatie om een eerste selectie te kunnen maken tussen de modellen.
  • Met de keuze voor een vlekkenplan A en B (één alternatief met en één zonder luchtvaart) ziet de Commissie in de vervolgfase voldoende ruimte om de modellen verder te optimaliseren.
  • Op basis van de huidige globale informatie is het echter nog niet mogelijk om te beoordelen of de modellen realiseerbaar zijn binnen wet- en regelgeving

De Commissie adviseert, aanvullend op de richtlijnen, om in het plan-MER:

  • De gevolgen  van het interim-beleid in beeld te brengen.
  • Het gebruik van de multicriteria-analyse (MCA), de maatschappelijke kosten batenanalyse (MKBA), de GES Stad&Milieu-methodiek nader toe te lichten en rekening te houden met de kanttekeningen die de Commissie maakt bij het gebruik van deze methodieken.
  • De invulling van de vlekkenplannen nader te optimaliseren.
  • De milieueffectbeschrijvingen verder uit te werken.

Toetsing
De Commissie heeft het plan-MER en de aanvullende informatie over de variant met 2,4 miljoen passagiers getoetst. Het oordeel van de Commissie is dat de essentiële milieuinformatie voor de besluitvorming over de gebiedsontwikkeling aanwezig is.

Het MER en de achtergrondrapporten geven een breed inzicht in de effecten van de verschillende alternatieven:

  • Structuurvisie A zonder luchthaven.
  • Structuurvisie B, met luchthaven (1,2 miljoen passagiers).
  • Variant 2,4 miljoen passagiers gebaseerd op Structuurvisie B.

In de vergelijking op milieueffecten scoort A het beste, gevolgd door B en de variant met 2,4 miljoen passagiers.

De Commissie plaatst een aantal kritische kanttekeningen bij de informatie uit het plan-MER:

  • de gebruikte referentiesituatie, hierbij is geen rekening gehouden met de huidige uitgangssituatie waarin geen luchtvaart plaatsvindt;
  • de haalbaarheid van de alternatieven, omdat uit onderzoek blijkt dat deze niet zelfstandig financieel haalbaar zijn;
  • de aanleg van nieuwe infrastructuur ten behoeve van de gebiedsontwikkeling. Uit de studies blijkt dat de weginfrastructuur knelpunten vertoont, die door de structuurvisies worden versterkt. De noodzakelijke aanleg van nieuwe infrastructuur vormt geen onderdeel van de ontwerp-structuurvisie en de milieueffecten van inpassing zijn in dit stadium van besluitvorming nog niet volledig in beeld gebracht;
  • de beschrijving van de effecten op de leefomgeving, geluid en gezondheid. Deze gaat onvoldoende in op de hinderbeleving en effecten die optreden onder de wettelijk vastgestelde grenswaarden voor geluid en lucht;
  • de conclusies die worden getrokken over de gevolgen van atmosferische depositie, omdat hier volgens de Commissie significant negatieve effecten op de natuurlijke kenmerken niet zijn uit te sluiten;
  • de uitwerking van de maatschappelijke kosten-batenanalyse, omdat de baten voor beide structuurvisies te hoog zijn ingeschat.

De Commissie adviseert deze kritische kanttekeningen mee te nemen bij de besluitvorming over de gebiedsontwikkeling en het vervolgproces.

Voor een verdere toelichting op het oordeel en de kritische kanttekeningen zie het toetsingsadvies van de Commissie m.e.r..

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

prof. dr. Ben Ale
drs. Sjoerd Dirksen
ir. Wim Keijsers
prof. dr. Wim Passchier
dr. Sytze Rienstra
ir. Kjeld Vinkx

Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Roel Meeuwsen

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Vliegwiel Twente Maatschappij i.o.

Bevoegd gezag
Provincie Overijssel
Gemeente Enschede

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Overijssel


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C06.1 tot 1-4-2011: Luchtvaartterrein met landingsbaan >= 1800m: aanleg, inrichting of gebruik

Bijgewerkt op: 10 jul 2018