147. A30 / Recreatieplas 'Maanderbroek' (Ede / Barneveld)

De S1 als verbindingsweg tussen de A1 en A12 (traject Ede – Barneveld) voldoet niet meer. Ombouw tot autosnelweg (A30) wordt wenselijk geacht vanwege de verkeersonveiligheid en de milieuhinder van het doorgaande verkeer in de bebouwde kom van Ede en vanwege de ontsluiting van bedrijventerreinen in de regio Ede en Barneveld. De aanleg van de A30 omvat drie tracégedeelten, te weten   ● de ombouw van de noordelijke aansluiting (van de S1/A30 op de A1); ● de baanverdubbeling en ombouw van de huidige S1; ● de aansluiting van de S1/A30 in het zuiden op de A12. De oorspronkelijk als autoweg met 2 × 1 rijstroken uitgevoerde secundaire weg S1 is in 1991 door de provincie Gelderland verbreed naar 2 × 2 rijstroken. Het stuk tussen de S1 (ter hoogte van rijksweg N224) en de A12 ontbreekt nog. Tegelijk met dit project was een m.e.r.-procedure gestart voor een zandwinplas: de Maanderbroek1. Tot en met het vaststellen van de richtlijnen liepen de procedures gelijk op. In verband met problemen over de locatiekeuze is de koppeling intussen losgelaten.   1 Voor een toelichting op de verdere procedure voor aanleg van de zandwinplas wordt verwezen naar project 432.   

Procedure en adviezen

Richtlijnen
25-11-1987 Datum kennisgeving
25-11-1987 Ter inzage legging van de informatie
21-01-1988 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Advies voor richtlijnen
Toetsingsadvies
Toetsing
17-01-1992 Kennisgeving MER
17-01-1992 Ter inzage legging MER
31-03-1992 Toetsingsadvies uitgebracht

Opmerkingen bij de advisering

In haar richtlijnenadvies vroeg de Commissie onder andere naar een analyse van de verkeersproblematiek en helderheid over de functie van de weg (gemeentelijke, regionale, provinciale of nationale functie). Ook vroeg de Commissie naar de relatie met de sociaal-eco nomische ontwikkeling van de regio Ede. 

In haar aanbiedingsbrief bij het toetsingsadvies wees de Commissie op de beperkte aandacht die in het MER is besteed aan de beperking van de groei van de automobiliteit, één van de doelstellingen van het tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV2). De nadruk van de probleemanalyse van het MER ligt hierdoor te eenzijdig op de bereikbaarheid voor het wegverkeer en de leefbaarheid. Bij een integrale en evenwichtige benadering zou het nulplus alternatief en de variant autoweg beter en verder zijn uitgewerkt. Voorts vroeg de Commissie aandacht voor de voorgestane stedelijke ontwikkeling in het kader van de Interprovinciale Structuurvisie Ede/Veenendaal. Naar de mening van de Commissie zal de geplande stedelijke ontwikkeling een aanzienlijke wijziging van de ruimtelijke structuur inhouden en een versterkende invloed kunnen hebben op de automobiliteit. Laatstgenoemde effecten zullen met name aan de orde dienen te komen bij de te verwachten m.e.r. over de recreatie- en zandwinningsplas en de Interprovinciale Structuurvisie Ede/Veenendaal1.

In haar besluit geeft de Minister aan dat gekozen is voor tracévariant 1 (met verhoogde ligging). In samenhang hiermee is eveneens besloten tot reconstructie tot autosnelweg van het reeds bestaande gedeelte van de A30 (rijksweg S1) en van de aansluitingen van de weg met de A1 en A12. Het besluit is genomen conform het advies van de Raad van de Waterstaat van 9 september 1992.

Bij de besluitvorming in de gemeente Barneveld traden echter complicaties op. Belangrijk knelpunt vormde de financiering van de geluidwerende voorzieningen langs het noordelijk deel van de A30. Ook de onduidelijkheid over de ontwikkelingen met betrekking tot de oostelijke omlegging (N303) is door Barneveld als problematisch ervaren. Nadat provincie, rijk en gemeenten tot juni 1992 gezamenlijk hadden opgetrokken, bleek de financiering van de geluidsschermen langs het gereconstrueerde wegvak (Postweg – A1) niet geregeld te kunnen worden.

In verband met deze knelpunten heeft Barneveld de procedure op 9 juni 1992 stilgelegd. De provincie Gelderland liet de verantwoordelijkheid voor plaatsing van de schermen uitzoeken en kwam tot de conclusie dat deze bij het Rijk lag.

Op grond van ambtelijk overleg is de procedure op 18 mei 1995 weer gestart, toen er perspectieven leken te zijn voor oplossing van de problemen. Een oplossing was toen nog niet gevonden. Rijkswaterstaat bleek wel het beheer van het weggedeelte van de A30 op Barnevelds grondgebied over te nemen, maar zich pas verplicht te voelen geluidsschermen te plaatsen als de Wet geluidhinder dat bij toekomstige reconstructie zou eisen.

Op 23 april 1996 kreeg de gemeente Barneveld een brief van Rijkswaterstaat, waarin bekend wordt gemaakt dat

● in 1997 een verkenningenstudie zal plaatsvinden over de noodzaak om de A1 tussen Hoevelaken en Barneveld te verbeteren;

● het Rijk zich niet verplicht voelt om geluidwerende voorzieningen langs het al omgebouwde wegvak (Postweg – A1) uit te voeren.

De gemeente Barneveld heeft op grond van deze brief geconcludeerd dat het de eerstvolgende tien jaar niet waarschijnlijk is dat het knooppunt A1/A30 zal worden gereconstrueerd, en dat er dus geen noodzaak is om in het bestemmingsplan wijzigingen voor die reconstructie op te nemen. Om die reden, en vanwege de onduidelijkheid over de geluidsschermen, zet de gemeente opnieuw de procedure voor de ombouw van de A30 tot autosnelweg stop. Zij wil de kosten van een eventuele herstart van de procedure in rekening van de rijksoverheid brengen, en vraagt zich af hoe de Inspectie Milieuhygiëne zal reageren, als de A30 op de A12 wordt aangesloten, terwijl daarvoor niet de in het MER aangegeven geluidwerende voorzieningen zijn getroffen.

 

1 Zie project 432. 

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Wennemar Cramer
ir. de Kiewit
ir. Mülschlegel
ir. Kuindert van der Spek
prof. dr. Helias Udo de Haes

Voorzitter: dr. Hans Cohen
Werkgroepsecretaris: drs. Visschers

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Barneveld
Ede
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Barneveld
Ede
Rijkswaterstaat

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.4 tot 1-4-2011: Verbreding hoofdweg of ombouw tot autosnelweg

Bijgewerkt op: 31 aug 2007